In de aanhef van het ontwerpbesluit wordt, bij wijze van rechtsgrond, verwezen naar artikel 108 van de Grondwet, artikel 1, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 19 juli 1991 `betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarden, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen' en naar verscheidene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, namelijk de artikelen 63, 64, 146bis, 167, 1476bis, en 1476quater.
A titre de fondement juridique, le préambule de l'arrêté en projet mentionne l'article 108 de la Constitution, l'article 1, § 1, alinéas 2 et 3, de la loi du 19 juillet 1991 `relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes d'étranger et aux documents de séjour et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques' et plusieurs dispositions du Code civil, à savoir les articles 63, 64, 146bis, 167, 1476, 1476bis et 1476quater.