Uit de bewoordingen van de vraag, de motivering van het verwijzingsarrest en de stukken van de rechtspleging die aan het Ho
f zijn overgemaakt, blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 5, § 1, van de wet van 27 december 2006 met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 ervan, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre de in het geding zijnde bepaling aan de bevoegdheid
van de hoven en de ...[+++]rechtbanken de betwistingen zou onttrekken die betrekking hebben op burgerlijke rechten in de zin van artikel 144 van de Grondwet, namelijk die betreffende de beslissingen tot vaststelling van het bedrag van de gerechtskosten bedoeld in de wet van 27 december 2006.Il ressort du libellé de la question, de la motivation de l'arrêt de renvoi et des pièces de la procédure transmises à la Cour que celle-ci est invitée à statuer sur la compatibilité de l'article 5, § 1, de la loi du 27 décembre 2006 avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec ses articles 144 et 145, avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du Pacte internatio
nal relatif aux droits civils et politiques, en ce que la disposition en cause soustrairait à la compétence des cours et tribunaux des contestations portant sur des droits civils au sens de l'article 144
...[+++]de la Constitution, à savoir celles qui concernent les décisions fixant le montant des frais de justice visés par la loi du 27 décembre 2006.