Artikel 19 legt de nationale rechter de verplichting op om zich ambtshalve onbevoegd te verklaren, zodra hij vaststelt dat een gerecht van een andere verdragsluitende Staat bij uitsluiting bevoegd is in de zin van artikel 16 van het Executieverdrag, zelfs wanneer een nationale regel van procesrecht het onderzoek van de rechter in het kader van een cassatieberoep beperkt tot de door partijen aangevoerde middelen (arrest van 15 november 1983 in zaak 288/82 (Duijnstee/Goderbauer), Jurisprudentie 1983, blz. 3663 tot en met 3679).
L'article 19 impose au juge national l'obligation de se déclarer d'office incompétent chaque fois qu'il constate l'existence d'une compétence exclusive d'une juridiction d'un autre Etat contractant au sens de l'article 16 de la convention, même dans le ca
dre d'un pourvoi en cassation alors que la règle de procédure nationale limite l'examen de la juridiction aux moyens invoqués par les parties (arrêt de la Cour du 15 novembre 1983 dans l'affaire 288/82, Duijnstee/Goderb
auer, Recueil de la jurisprudence de la Cour 1983, pages 3663 à 36
...[+++]79).