Het Hof start met een onderscheid te maken naar de aard van « materiaal » dat bewaard wordt, in casu vingerafdrukken, DNA-stalen (het eigenlijke celmateriaal) en DNA-profielen (een uniek codenummer) (§ 74).
La Cour commence par faire une distinction selon la nature du « matériel » conservé, à savoir les empreintes digitales, les échantillons d’ADN (échantillon cellulaire) et les profils ADN (numéro de code unique) (§ 74).