Lidstaten dienen de meest adequate wijze te kunnen kiezen om de verschillende categorieën personen waarop de bepalingen van artikel 6, lid 4 betrekking hebben, te reguleren, met inbegrip van gepaste mechanismen voor zelfregulering, waarvan de Commissie in kennis dient te worden gesteld.
Les États membres devraient choisir la manière optimale de réglementer les activités des différentes catégories de personnes auxquelles s'appliquent les dispositions de l'article 6, paragraphe 4, en ce compris des mécanismes appropriés d'autodiscipline, qui devraient être notifiés à la Commission.