In zoverre het middel ervan uitgaat dat de drie voormelde categorieën van personen die over een erkenning beschikken, in geen enkel geval aan elkaar wapens zouden mogen uitlenen, berust het op een verkeerde lezing van de ter zake doende bepalingen van de wet van 8 juni 2006 en is het in die mate ongegrond.
En ce qu'il suppose que les trois catégories précitées de personnes qui disposent d'un agrément ne peuvent en aucun cas se prêter des armes, le moyen repose sur une lecture erronée des dispositions en cause de la loi du 8 juin 2006 et est non fondé dans cette mesure.