3. Artikel 18, lid 13, van het Verdrag bepaalt dat « iedere Verdrags
luitende staat .een centrale autoriteit aan(wijst) die verantwoordelijk en bevoegd is voor de ontvangst van verzoeken om wederzijdse rechtshulp, de tenuitvoerlegging of de overz
ending ervan aan de autoriteiten bevoegd voor de tenuitvoerlegging (...) (Iedere Verdragsluitende staat) stelt de secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Nati
es in kennis van de daartoe aangewezen centrale ...[+++] autoriteit op het tijdstip waarop (hij) zijn akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit verdrag neerlegt ».3. L'article 18, paragraphe 13, de la Convention prévoi
t que « chaque État Partie désigne une autorité centrale qui a la responsabilité et le pouvoir de recevoir les demandes d'entraide judiciaire et, soit de les exécuter, soit de les transmettre aux
autorités compétentes pour exécution (...). L'
autorité centrale désignée à cette fin fait l'objet d'une notification adressée au secrétaire général de l'Organisation des Nations Unies au moment où chaque État Partie dépose ses instruments de ratif
...[+++]ication, d'acceptation ou d'approbation ou d'adhésion à la présente convention ».