Art. 26. Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan het centrum uiterlijk binnen dertig kalenderdagen tegen het voornemen, vermeld in artikel 25, tweede lid, met een aangetekende brief een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de administratie.
Art. 26. Sous peine d'irrecevabilité, le centre peut introduire auprès de l'administration une réclamation motivée contre l'intention, visée à l'article 25, alinéa deux, au moyen d'une lettre recommandée, dans les trente jours calendaires.