2. Nadat de beschermde persoon hen het in artikel 5 bedoelde certificaat heeft bezorgd, brengen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van erkenning onverwijld en in voorkomend geval met inachtneming van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1393/2007[16] de volgende elementen ter kennis van de beschermde persoon en de persoon van wie de dreiging uitgaat:
2. À la réception du certificat prévu à l’article 5 que lui fournit la personne protégée, les autorités compétentes de l’État membre de reconnaissance informent, sans délai et le cas échéant conformément aux dispositions du règlement (CE) n° 1393/2007[16], la personne représentant la menace et la personne protégée: