De preju
diciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 2 van het decreet van de Vlaamse
Gemeenschap van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Soc
iale Integratie van Personen met een Handicap, « voor zover
deze wetsbepaling gehandicapten die nog geen vijfenze
stig jaar ...[+++]oud waren toen zij door een handicap werden getroffen maar vóór die leeftijd geen aanvraag tot inschrijving hebben ingediend, uitsluit van het toepassingsgebied van het decreet en het recht op bijstand, terwijl personen die in dezelfde omstandigheden wel een aanvraag tot inschrijving hebben ingediend vóór hun vijfenzestigste verjaardag wel de steun kunnen genieten ».La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 2 du décret de la Commun
auté flamande du 27 juin 1990 portant création d'un Fonds flamand pour l'inté
gration sociale des personnes handicapées « dans la mesure où cette disposition légale exclut, du champ d'application du décret et du droit à l'assistance, les
handicapés qui n'ont pas encore atteint l'âge de 65 ans lorsqu'ils ont été victimes d'un
handicap et qui
...[+++] n'ont pas introduit une demande d'enregistrement avant cet âge, alors que les personnes qui ont introduit une demande d'enregistrement dans les mêmes conditions avant d'avoir atteint l'âge de 65 ans peuvent bénéficier de cette intervention ».