9. vraagt de Raad en de Commissie een duidelijke, schorsende clausule betreffende de mensenrechten op te nemen in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst; benadrukt dat de Universele Verklaring van de rechten van de mens moet worden geëerbiedigd; vraagt dat de Raad ingaat op een eventueel verzoek van het Europees Parlement om deze overeenkomst op te schorten;
9. invite le Conseil et la Commission à inscrire dans l'APC une clause relative aux droits de l'homme qui soit clairement suspensive; souligne que la Déclaration universelle des droits de l'homme de l'ONU doit être respectée; prie le Conseil de faire droit à toute demande de suspension de l'accord que soumettrait le Parlement européen;