Wanneer de wederpartij een instelling is of wanneer een groep van verbonden cliënten een of meer instellingen omvat, kan deze waarde niet meer bedragen dan 25 % van het eigen vermogen van de instelling of - als dit hoger is 150 miljoen EUR, voor zover de som van de waarde van de posities, met inaanmerkingneming van het effect van de kredietrisicomatiging overeenkomstig de artikelen X. 7 tot en met X. 12, jegens alle verbonden cliënten die geen instelling zijn, niet meer bedraagt dan 25 % van het eigen vermogen van de instelling.
Lorsque la contrepartie est un établissement ou lorsqu'un groupe de clients liés comprend un ou plusieurs établissements, cette valeur ne peut dépasser un montant correspondant à 25 % des fonds propres de l'établissement ou 150 millions d'EUR, le montant le plus élevé étant retenu, à condition que la somme des valeurs exposées au risque, après prise en considération des effets de l'atténuation du risque de crédit conformément aux articles X. 7 à X. 12, à l'égard de tous les clients liés qui ne sont pas des établissements ne dépasse pas 25 % des fonds propres de l'établissement.