Art. 28. Het nemen van monsters van andere lichaamsvloeistoffen of van de bevoorrading van de sporter wordt mutatis mutandis uitgevoerd volgens dezelfde regels als het nemen van urinemonsters, en gebeurt als volgt : 1° de monsters worden in geschikte verpakkingen geplaatst en verzegeld; 2° er kunnen monsternemingen worden uitgevoerd met het oog op eventuele bijkomende en toekomstige analyses, overeenkomstig artikelen 6.2 en 6.5 van de Code; 3° de verpakking wordt verzegeld in aanwezigheid van de betrokken sporter; 4° op elke v
erpakking wordt een codenummer genoteerd, waarvan de sporter in ken
...[+++]nis wordt gesteld, en dat in het proces-verbaal wordt opgenomen. Art. 29. Indien, bij de controle, twijfels ontstaan over de afkomst, de authenticiteit of de integriteit van een monster, wordt een nieuw monster genomen. Elke weigering van de sporter of, als hij minderjarig en niet juridisch bekwaam is, van zijn wettelijke vertegenwoordiger of van de persoon behoorlijk gemachtigd door deze, om zich aan een nieuwe monsterneming te onderwerpen, wordt met controleweigering gelijkgesteld, wat wordt beschouwd als een dopingfeit, zoals bedoeld in artikel 8, § 1, 3°, van de ordonnantie. Afdeling 5. - Onderzoeken Art. 30. Met inachtneming en in het kader van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zoals bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie, zijn de volgende bijkomende modaliteiten van toepassing : 1° het openen van elke onderzoeksprocedure heeft tot mogelijke doelstellingen hetzij een mogelijke overtreding van de antidopingregels of een mogelijke deelname aan een overtreding van de antidopingregels uit te sluiten, hetzij bewijzen te verzamelen met het oog op het openen van een procedure wegens overtreding van de antidopingregels, overeenkomstig artikel 50; 2° het openen van de in artikel 23/1, tweede lid, a), van de ordonnantie bedoelde onderzoeksprocedure die betrekking heeft op één of meer mogelijke overtredingen van de antido ...Section 5. - Enquêtes Art. 30. Dans le respect et dans le cadre de l'application du pouvoir d'enquête de l'ONAD de la Commission communautaire commune, tel que visé à l'article 23/1 de l'ordonnance, les modalités additionnelles suivantes sont applicables : 1° l'ouverture de toute procédure d'enquête a pour objectifs potentiels soit d'exclure une violation potent
ielle des règles antidopage ou une implication potentielle dans une violation des règles antidopage, soit de réunir des preuves en vue de l'ouverture d'une procédure en violation des règles antidopage, conformément à l'article 50; 2° l'ouverture de la procédure d'enquête visée
...[+++]à l'article 23/1, alinéa 2, a), de l'ordonnance, portant sur une ou plusieurs violation(s) éventuelle(s) des règles antidopage visées à l'article 8 de l'ordonnance, repose sur des informations ou renseignements fiables, croisés et vérifiés par l'ONAD de la Commission communautaire commune; 3° les sources auprès desquelles la Commission communautaire commune peut obtenir des informations, conformément à l'article 23/1, alinéa 2, a), de l'ordonnance sont notamment les sportifs, les membres du personnel d'encadrement des sportifs, les médecins contrôleurs, les chaperons, les laboratoires accrédités ou autrement approuvés par l'AMA, les organisations sportives, d'autres organisations antidopage, les médias, d'autres organismes publics, l'AMA.