De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 2°, b), worden berekend op het bedrijf van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging dat bestaat uit de oefening van de beheertaken voor instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 3, 9°, van de wet, op grond van een met een instelling voor collectieve belegging afgesloten lastgevings- of aannemingsovereenkomst, en uit het verrichten van de beleggingsdiensten als bedoeld in artikel 3, 10°, van de wet.
Les exigences résultant l'article 6, 2°, b), sont calculées sur l'activité de la société de gestion d'organismes de placement collectif consistant dans l'exercice des fonctions de gestion d'organismes de placement collectif, visées à l'article 3, 9°, de la loi, en vertu d'un contrat de mandat ou d'un contrat d'entreprise conclu avec un organisme de placement collectif, et dans la fourniture des services d'investissement visée à l'article 3, 10°, de la loi.