Aldus wordt bepaald dat ten aanzien van een lid of een gewezen lid van een Gemeenschaps- of Gewestregeringen voor misdrijven gepleegd in de uitoefening van het ambt, geen dwangmaatregel mogelijk is waarvoor het bevel van een rechter vereist is dan na het bevel van een college, bestaande uit drie leden van het bevoegde hof van beroep, namelijk de raadsheer-onderzoeker en twee andere raadsheren, daartoe aangewezen door de eerste voorzitter van het hof zelf.
Il est donc prévu que par rapport à un membre ou un ancien membre de gouvernement de communauté ou de région, pour des infractions commises dans l'exercice des fonctions, une mesure coercitive requérant le mandat d'un juge ne peut être prise que sur le mandat décerné par un collège composé de trois conseillers, à savoir le conseiller d'instruction et deux autres conseillers, désignés à cette fin par le premier président de la cour.