Art. 20. § 1. Indien de asielzoeker de bijstand heeft gevraagd van een tolk overeenkomstig artikel 51/4 van de wet, verzekert de Commissaris-generaal of zijn gemachtigde, in de mate dat hij over zulk een tolk beschikt, de aanwezigheid van een tolk die één van de talen gesproken door de asielzoeker beheerst.
Art. 20. § 1. Si le demandeur d'asile a requis l'assistance d'un interprète conformément à l'article 51/4 de la loi, le Commissaire général ou son délégué assure la présence d'un interprète maîtrisant une des langues parlées par le demandeur d'asile, dans la mesure où il dispose d'un tel interprète.