In geval van gedragingen op grond waarvan door de Gemeenschap de in artikel 29 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast, wordt door de Commissie volgens de in Beschikking nr. 2424/88/EGKS vastgestelde voorschriften en met inachtneming van de procedure van artikel 33, lid 2 en lid 3, onder b) of d), van de Overeenkomst, besloten tot de instelling van anti-dumpingmaatregelen.
Dans le cas de pratiques susceptibles de justifier l'application, par la Communauté, des mesures prévues à l'article 29 de l'accord, l'institution de droits antidumping est décidée par la Commission selon la procédure établie par la décision no 2424/88/CECA et dans le respect des modalités prévues à l'article 33 paragraphes 2 et 3 point b) ou d) de l'accord.