Artikel 54, § 1, eerste lid van de ZIV-wet omschrijft de bevoegdheid van de Koning inzake het toekennen van het sociaal statuut als volgt : « De Koning kan een regeling van sociale voordelen invoeren voor de geneesheren die geacht worden tot de termen van de in artikel 50, § 1, bedoelde akkoorden toegetreden te zijn, en die, volgens de door de Bestendige Commissie voorgestelde modaliteiten, het genot ervan vragen».
L'article 54, § 1 , alinéa 1 , de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités définit le pouvoir du Roi en matière d'octroi du statut social dans les termes suivants: « Le Roi peut (...) instituer un régime d'avantages sociaux pour les médecins (...) qui sont réputés avoir adhéré aux termes des accords visés à l'article 50, § 1 , et qui en demandent le bénéfice, selon des modalités proposées par la Commission permanente (...) ».