Uit hetgeen voorafgaat, volgt dat de Raad van State, wanneer hij kennis neemt van een beroep tot nietigverklaring van een aanwijzing, door de Senaat, van een werkend lid van de commissie in kwestie in de hoedanigheid van « docent of hoogleraar in de rechten aan een faculteit voor rechtsgeleerdheid van een Belgische universiteit », na in voorkomend geval te hebben nagegaan of de wetgevende vergadering de bij de Grondwet of de wet vastgestelde aanwijzingsvoorwaarden in acht heeft genomen, rekening dient te houden met de bijzondere vertrouwensband die blijkt uit de aanwijzing door een wetgevende vergadering.
Il ressort de ce qui précède que le Conseil d'Etat, lorsqu'il connaît d'un recours en annulation d'une désignation, par le Sénat, d'un membre effectif de la commission en question au titre de « chargé de cours ou [de] professeur de droit d'une faculté de droit d'une université belge », doit, après avoir, le cas échéant, vérifié le respect par l'assemblée législative des conditions de désignation fixées par la Constitution ou par la loi, tenir compte du lien spécial de confiance que traduit la désignation par une assemblée législative.