Op 28 november 1995 gaf de Voorzitter van het Europees Parlement kennis van de verwijzing van deze overeenkomst naar de Commissie openbare vrijheden en binnenlandse zaken als commissie ten principale en naar de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid, de Commissie juridische zaken en rechten van de burger en de Commissie begrotingscontrole als medeadviserende commissies.
Au cours de la séance du 28 novembre 1995, le Président du Parlement européen a annoncé qu'il avait renvoyé cette Convention, pour examen au fond, à la commission des libertés publiques et des affaires intérieures et, pour avis, à la commission économique, monétaire et de la politique industrielle ainsi qu'à la commission juridique et des droits des citoyens et à la commission du contrôle budgétaire.