6 bis. Indien een lidstaat of de Commissie twijfel heeft over de vraag of een diploma, graad, certificaat of andere titel voldoet aan de minimumopleidingseisen, zoals bedoeld in respectievelijk de artikelen 22, 23, 29, 32, 35, 36, 40 en 42, legt de Commissie de kwestie voor aan het comité, zoals bedoeld in artikel 54 binnen drie maanden na mededeling uit hoofde van lid 6.
6 bis. Si un État membre ou la Commission doute qu'un diplôme, grade universitaire, certificat ou autre titre de formation réponde aux conditions minimales de formation visées respectivement aux articles 22, 23, 29, 32, 35, 36, 40 et 42, la Commission soumet la question au comité visé à l'article 54 dans un délai de trois mois à partir de la communication, conformément au paragraphe 6.