De verdeling tussen de prestatie- en werkingskosten is bepaald in artikel 19 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van de nadere regels inzake erkenning
van de organisaties voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling e
n de werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de objectieve criteria van subsidiëring van
de commissies voor juridische bijstand ...[+++], overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek, waarin wo
rdt vermeld dat ten minste 90 % van de subsidie wordt aangewend om de taken te vervullen bedoeld in artikel 508/3, 1º, van het Gerechtelijk Wetboek.