1. Met het oog op het handelsverkeer kunnen de lidstaten toestemming verlenen voor het in de handel brengen van voor fokdoeleinden bestemde dieren of van voor de fokkerij afgeschreven fokdieren die in de periode waarin zij als fokdier werden gebruikt, een van de in artikelen 4, 5 en 5 bis bedoelde behandelingen hebben ondergaan, alsmede voor het gebruik van het communautaire stempel op vlees van deze dieren, indien aan de in de artikelen 4, 5 en 5 bis vervatte voorwaarden is voldaan en indien de in de toestemming voor het in de handel brengen genoemde wachttijden in acht zijn genomen".
1. Aux fins des échanges, les États membres peuvent autoriser la mise sur le marché d'animaux destinés à la reproduction ou d'animaux reproducteurs en fin de carrière, qui au cours de leur carrière de reproducteurs ont fait l'objet d'un des traitements visés aux articles 4, 5 ou 5 bis, et autoriser l'apposition de l'estampille communautaire sur des viandes provenant de tels animaux si les conditions prévues aux articles 4, 5 et 5 bis et les délais d'attente prévus dans l'autorisation de mise sur le marché ont été respectés".