In dit artikel is het algemene beginsel vastgelegd dat elke lidstaat, onder voorbehoud van eventuele beperkingen uit hoofde van de nationale wetgeving, in de in artikel 16 en artikel 17 genoemde gevallen bijstand verleent, zonder voorafgaand verzoek.
Cet article définit le principe général qui veut que, sous réserve des limitations imposées par la législation nationale, chaque État membre prête assistance, sans demande préalable, dans les cas décrits aux articles 16 et 17.