2° een bekwaamheidsproef met succes hebben afgelegd, wanneer de door hem gevolgde opleiding, volgens punt 1°, a) en b), betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van die welke worden bestreken door de in België voorgeschreven opleidingstitel.
2° avoir satisfait à une épreuve d'aptitude lorsque la formation qu'il a reçue, selon le point 1°, a) et b), porte sur des matières substantiellement différentes de celles couvertes par le titre de formation requis en Belgique.