6. herhaalt zijn opvatting dat de strijd tegen het terrorisme niet kan worden gevoerd ten koste van diepgewortelde gedeelde grondrechten, zoals eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat; onderstreept dat het hedendaagse terrorisme dat door middel van wrede, moorddadige en laffe aanslagen talloze willekeurige burgerslachtoffers maakt, een van de meest gewelddadige bedreigingen voor de grondrechten en de fundamentele mensenrechten vormt waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd;
6. réaffirme sa conviction que la lutte contre le terrorisme ne saurait être menée au détriment de valeurs communes fondamentales établies, telles que le respect des droits de l'homme et de l'état de droit; souligne que, faisant, aveuglément, de très nombreuses victimes civiles par des attentats brutaux, meurtriers et lâches, le terrorisme d'aujourd'hui représente, pour nos sociétés, une des menaces les plus violentes contre les droits essentiels et fondamentaux de l'homme;