De Beroepsinstantie concludeerde dat artikel 9, lid 5, van de basisverordening inzake antidumping uitgaat van het vermoeden dat producent-exporteurs in landen zonder markteconomie geen recht hebben op een individuele behandeling en dat, teneinde voor een dergelijke behandeling in aanmerking te komen, de bewijslast bij hen ligt om aan te tonen dat zij aan de criteria voor individuele behandeling voldoen.
L’organe d’appel a estimé que l’article 9, paragraphe 5, du règlement antidumping de base établit une présomption selon laquelle les producteurs-exportateurs opérant dans des pays n’ayant pas une économie de marché ne peuvent pas prétendre au bénéfice d’un traitement individuel et que, pour bénéficier de ce traitement, ils sont tenus de démontrer qu’ils respectent les critères donnant droit à un traitement individuel.