8. merkt op dat het voeren van milieu- en klimaatbeleid zonder rekening te houden met uitdagingen als energiezekerheid, niet in de plaats mag komen van een energiebeleid dat moet worden gevoerd volgens het beginsel van duurzame ontwikkeling en dat de huidige en toekomstige generaties gelijke, universele en concurrerende toegang biedt tot energiebronnen, met respect voor de natuurlijke omgeving;
8. relève que la mise en œuvre de politiques en matière d'environnement et de climat qui ne tiennent pas compte de défis tels que la sécurité énergétique ne peut pas se substituer à une politique énergétique menée conformément au principe de développement durable, qui garantit aux générations actuelles et à venir un accès équitable, universel et compétitif aux ressources en énergie, dans le respect de l'environnement;