In de commissie heeft de minister gezegd dat, als de overledene geen schriftelijke wilsverklaring heeft nagelaten en de nabestaanden het niet eens raken over de bestemming van de stoffelijke resten, het conflict zijn beslag moet krijgen voor de rechtbank van eerste aanleg of in dringende gevallen in kort geding.
Lors de la commission, le ministre a bien précisé qu'en l'absence d'un écrit des dernières volontés du défunt à cet égard, si un désaccord surgissait entre les proches quant au sort des restes mortels, le conflit devait être arbitré par le tribunal de Première instance ou, en cas d'urgence, en référé.