K. overwegende dat het opleggen van de doodstraf wegens drugsgerelateerde delicten nauw verband houdt met een reeks andere schendingen van de mensenrechten, zoals schending van het recht op een eerlijk proces en van het recht gevrijwaard te blijven van foltering en andere vormen van mishandeling; overwegende dat de verplichte oplegging van de doodstraf en de voltrekking ervan wegens drugsgerelateerde delicten in strijd zijn met het internationaal recht en internationale normen;
K. considérant que l'application de la peine de mort pour des infractions liées à la drogue est étroitement liée à une série d'autres violations des droits de l'homme, telles que la violation du droit à un procès équitable et du droit à ne pas être soumis à la torture et à d'autres formes de mauvais traitements; que l'application obligatoire de la peine de mort, notamment pour des infractions liées à la drogue est en contradiction avec le droit international et les normes internationales;