In zoverre de verzoekende partijen met betrekking tot de samenstelling van het Controleorgaan nog aanvoeren dat de bestreden wet niet voorziet in leden die afkomstig zijn uit het « middenveld », noch voorziet in bepalingen betreffende het geslacht en de taalaanhorigheid van de leden van dat orgaan, zijn die grieven vreemd aan de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen.
Dans la mesure où, concernant la composition de l'Organe de contrôle, les parties requérantes allèguent encore que la loi attaquée ne prévoit pas de membres issus de la « société civile » ni ne contient de dispositions concernant le sexe et l'appartenance linguistique des membres de cet Organe, ces griefs sont étrangers aux dispositions constitutionnelles et conventionnelles mentionnées en B.7.