3. a) Tegen welke fiscaal verantwoorde en gemiddelde jaarlijkse interestvoet dient op het werkelijk verloop van de crediteurenrekening dit behaald abnormaal of gunstig voordeel daadwerkelijk te worden becijferd? b) Kan een tarief van 6 % als normaal worden beschouwd? c) Dienen de bepalingen van artikel 36, tweede lid, WIB 1992 als richtsnoer te worden gehanteerd?
3. a) A quel taux d'intérêt annuel moyen et fiscalement justifié faut-il réellement chiffrer cet avantage anormal ou bénévole? b) Un taux de 6 % peut-il être considéré comme normal? c) Faut-il plutôt se baser sur les dispositions de l'article 36, deuxième alinéa, du CIR 1992?