Zo werden de uitzonderingen op het verbod een opsporing ten huize of een huiszoeking te verrichten in een voor het publiek niet toegankelijke plaats, vóór vijf uur 's morgens en na negen uur 's avonds, uitgebreid tot de gevallen waarin de opsporing ten huize enerzijds betrekking heeft op de terroristische misdrijven van de artikelen 137 tot 141ter van het Strafwetboek en anderzijds op de misdrijven bedoeld in de artikelen 322 tot 324ter van het Strafwetboek, te weten bendevorming of een criminele organisatie, waarvoor er ernstige aanwijzingen bestaan van bezit van verboden wapens, explosieven of gevaarlijke stoffen.
Les exceptions à l'interdiction d'effectuer une perquisition ou une visite domiciliaire dans un endroit non accessible au public, avant cinq heures du matin et après neuf heures du soir, ont ainsi été étendues aux cas dans lesquels la perquisition concerne d'une part, les infractions terroristes des articles 137 à 141ter du Code pénal et d'autres part, les infractions visées aux articles 322 à 324ter du Code pénal, soit une association de malfaiteurs ou une organisation criminelle, pour laquelle il existe des indices sérieux de possession d'armes prohibées, d'explosifs ou de substances dangereuses.