(11) MOEDIGT de lidstaten AAN om de ontwikkeling en verspreiding van technische preventiemogelijkheden, bv. bijzondere technische beveiligingen, op terreinen van de criminaliteit waar criminele organisaties dikwijls actief zijn, te onderzoeken en daarbij ook de mogelijke gevolgen, zoals het uitwijken naar andere vormen van criminaliteit, in aanmerking te nemen;
11) ENCOURAGE les États membres à étudier la possibilité de mettre au point et de diffuser des moyens techniques de prévention, tels que des dispositifs de sécurité particuliers, dans des secteurs où opèrent fréquemment des organisations criminelles, en tenant compte également des conséquences éventuelles, telles que, par exemple, un repli vers d'autres formes de criminalité;