11. benadrukt dat regeringen zich bij het gebruik van nieuwe technologieën in het kader van het veiligheids- en defensiebeleid dienen te houden aan fundamentele, internationaal geldende beginselen van het publiek en humanitair recht, zoals de eerbiediging van de soevereiniteit van een staat en de mensenrechten; wijst op de waardevolle ervaring die EU-lidstaten, zoals Estland, hebben opgedaan bij het definiëren en ontwerpen van beleid op het gebied van zowel cyberveiligheid als cyberdefensie;
11. souligne que les gouvernements doivent respecter les principes élémentaires du droit international public et humanitaire, tels que le respect de la souveraineté des États et des droits de l'homme, lors de l'utilisation de nouvelles technologies dans le cadre des politiques de sécurité et de défense; signale la précieuse expérience d'États membres de l'Union tels que l'Estonie en matière de définition et de conception de politiques de sécurité informatique ainsi que de politiques de défense du cyberespace;