Art. 19. § 1. Op verzoek van het slachtoffer van de discriminatie, van het Centrum, van het Instituut, van elke andere belangenvereniging of van het openbaar ministerie, stelt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of de voorzitter van de rechtbank van koophandel het bestaan vast van een zelfs onder het strafrecht vallende daad waardoor de bepalingen van deze ordonnantie worden overtreden en beveelt hij de staking ervan.
Art. 19. § 1. A la demande de la victime de la discrimination, du Centre, de l'Institut, de tout autre groupement d'intérêts ou du ministère public, le président du tribunal de première instance, ou le président du tribunal du commerce constate l'existence et ordonne la cessation d'un acte, même pénalement réprimé, constituant un manquement aux dispositions de la présente ordonnance.