Het SAP was aanvankelijk, toen het werd ingevoerd, het enige instrument van die soort waarvan de ontwikkelingslanden gebruik konden maken: zij konden door hun geringe ontwikkeling nauwelijks deelnemen aan de multilaterale regelingen tot liberalisering van de handel (GATT), daar deze regelingen op wederkerige concessies berusten.
Les premières années de son fonctionnement, le SPG a représenté le seul instrument du genre accessible aux pays en développement : du fait de leur faible degré de développement, ils étaient difficilement en mesure de contribuer, de quelque façon que ce soit, au système multilatéral de libération des échanges (GATT) et se trouvaient ainsi dans l'incapacité de tirer pleinement profit de ce système qui repose sur la réciprocité des concessions.