Daaruit volgt een evident risico van uiteenlopende beslissingen, te meer daar bij de huidige stand van de wetgeving, de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde de verplichting niet hebben een prejudiciële vraag te stellen wanneer de oplossing van een geschil afhangt van het geoorloofd karakter van een mededingingspraktijk als bedoeld bij de wet van 5 augustus 1991 (artikel 42, § 1, eerste lid WBEM).
Il s'en déduit à l'évidence un risque de décisions divergentes, d'autant qu'en l'état actuel de la législation, les juridictions de l'ordre judiciaire n'ont pas l'obligation de poser une question préjudicielle lorsque la solution d'un litige dont elles sont saisies dépend du caractère licite d'une pratique de concurrence [article 42, § 1 , alinéa 1 , de la loi du 5 août 1991 (LPCE)].