Daarenboven zijn, behalve wanneer het hoger beroep gericht is tegen een vonnis bij verstek, de partijen bij het hoger beroep in beginsel reeds in de zaak betrokken, zijn hun identiteit, hun woonplaats en hun advocaten meestal gekend, zodat de gevaren voor vergissingen, op het ogenblik van de bekendmaking bij gerechtsbrief, zeer beperkt zijn (Parl. St., Senaat, 1963-1964, nr. 60, pp. 247 en 250 (verslag Van Reepinghen)).
En outre, sauf lorsque l'appel est dirigé contre un jugement par défaut, les parties à l'instance d'appel sont en principe déjà à la cause, leur identité, leur domicile et leurs avocats sont le plus souvent connus, en sorte que les risques d'erreur, au moment de la notification par pli judiciaire, sont fort réduits (Doc. parl., Sénat, 1963-1964, n° 60, pp. 247 et 250 (rapport Van Reepinghen)).