Het onder invloed van de arresten Van Geyseghem, Stroek en Goedhart van het Europees Hof voor de rechten van de mens in 2003 ingrijpend gewijzigde artikel 185 van het Wetboek van strafvordering beschouwt daarentegen elk vonnis (of arrest) dat gewezen is in de afwezigheid van de beklaagd of beschuldigde die evenwel behoorlijk vertegenwoordigd werd, als een op tegenspraak gewezen veroordeling.
L'article 185 du Code d'instruction criminelle — modifié en profondeur en 2003 à la suite des arrêts Van Geyseghem, Stroek et Goedhart de la Cour européenne des droits de l'homme — considère en revanche que tout jugement (ou arrêt) rendu en l'absence du prévenu ou de l'accusé est réputé contradictoire si l'intéressé était dûment représenté.