Daarom mogen de lidstaten geen enkel systeem van voorafgaande toestemming invoeren, tenzij een dergelijk systeem 1) wordt gerechtvaardigd door een groter algemeen belang (bv. waarborging van de veiligheid van schepen en de orde in havens), 2) noodzakelijk en evenredig met het beoogde doel is en (3) gebaseerd is op objectieve, non-discriminerende criteria die van tevoren bij de betrokken reders bekend zijn[8].
Pour cette raison, les États membres ne peuvent mettre en place de régime d'autorisation préalable sauf si 1) un tel régime est justifié par des raisons impérieuses d'intérêt général (par exemple, garantir la sécurité des navires et l'ordre dans les eaux portuaires), 2) il est nécessaire et proportionné à l'objectif poursuivi et 3) il repose sur des critères objectifs et non discriminatoires que les armateurs concernés connaissent à l'avance[8].