Art. 3. Op straffe van onontvankelijkheid notificeert de tegenpartij aan het Instituut haar verweerschrift,
binnen de vijftien dagen vanaf de kennisgeving beoogd in artikel 2, tweede lid, via afgifte in de zetel van het Instituut tegen ontvangstbewijs, via een aangetekende postzending tegen ontvangstbewijs of via
een gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende
zending aan de hand waarvan de datum van ontvangst kan worden
...[+++] aangetoond.
Art. 3. A peine d'irrecevabilité, dans les quinze jours à compter de la notification visée à l'article 2, alinéa 2, la partie adverse notifie sa note de défense à l'Institut, par dépôt au siège de l'Institut avec un accusé de réception, par un envoi postal recommandé avec accusé de réception ou par un service d'envoi recommandé électronique qualifié permettant d'attester la date de réception.