Art. 28. Het departement hoort het personeelslid voor het beslist om het recht op onder
brekingsuitkeringen stop te zetten of om de onderbrekingsuitkeringen terug te vorderen, als het personeelslid daarom verzoekt en als de stopzettin
g of terugvordering niet het gevolg is van : 1° een werkhervatting, een pensionering of een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, van een cumulatie die niet wordt toegestaan, of van het feit dat het personeelslid de uitoefening van een zelfstandige activiteit voortzet, terwijl hij de uitoefening ervan a
...[+++]l gedurende een jaar heeft gecumuleerd met het recht op onderbrekingsuitkeringen; 2° de toekenning van een uitkeringsbedrag dat niet overeenstemt met de bepalingen van artikel 11 en 12.Art. 28. Le département entend la décision du membre du personnel s'il souhaite mettre fin à son droit aux allocations d'interruption ou rembourser les allocations d'interruption perçues si le membre du personnel en fait la
demande et si cet arrêt ou ce remboursement n'est pas la conséquence de : 1° une reprise de service, une mise à la retraite ou une cessation du contrat de travail, d'un cumul non autorisé ou du fait que le membre du personnel poursuit l'exercice d'une activité indépendante alors qu'il a cumulé l'exercice de cette activité avec son droit aux allocations d'interruption pendant un an ; 2° l'octroi d'un montant d'alloca
...[+++]tions non conforme aux dispositions des articles 11 et 12.