Indien de minister van Financiën kennis krijgt van het feit dat andere dan de in § 1 bedoelde energieproducten zijn bestemd voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als verwarmings- of motorbrandstof, dan wel anderszins aanleiding geven tot fraude, ontwijking of misbruik (deze bepaling geldt ook voor elektriciteit), stelt hij de Commissie van de Europese Unie daarvan onverwijld in kennis.
Lorsque le ministre des Finances a connaissance du fait que des produits énergétiques autres que ceux visés au § 1 sont destinés à être utilisés, mis en vente ou utilisés comme carburant ou comme combustible, ou sont d’une façon quelconque à l’origine d’une fraude, d’une évasion ou d’un abus fiscal (cette dernière situation s’applique également à l’électricité), il en informe immédiatement la Commission de l’Union européenne.