1. Onverminderd artikel 1, lid 2 en artikel 6, lid 1 nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat alle afvalstoffen worden onderworpen aan handelingen waardoor zij een nuttige toepassing kennen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie, andere hulpbronnen te vervangen die voor datzelfde doel zouden zijn gebruikt, of voor een dergelijk gebruik worden klaargemaakt, hierna “terugwinningshandelingen” genoemd.
1. Sans préjudice de l'article 1, paragraphe 2 et de l'article 6, paragraphe 1, les États membres doivent prendre les mesures nécessaires pour veiller à ce que tous les déchets fassent l’objet d’opérations, ci-après dénommées «opérations de valorisation», ayant pour résultat de les faire servir à une fin utile en remplaçant, dans l’usine ou dans l’ensemble de l’économie, d’autres ressources qui auraient dû être utilisées à cette fin, ou de les rendre aptes à une telle utilisation.