3. is van mening dat, in het geval van contractuele PPS, een voorafgaande vergelijking met de overheidssector en een kosten-batenanalyse nodig zijn vooraleer de overheidssector een PPS-project op gang brengt; is voorts van mening dat in het geval van deze categorie PPS, op te vatten als een ruimere interpretatie van een concessieovereenkomst, met inbegrip van overeenkomsten inzake openbare dienstverlening waarvoor infrastructuurwerkzaamheden moeten worden uitgev
oerd en waarbij het grootste deel van de inkomsten van de concessiehouder afkomstig is van directe betalingen door de overheid, de wettelijke regeling waarin de richtsnoeren word
...[+++]en vastgesteld betrekking zou moeten hebben op de fase van de keuze van de particuliere contractant en enkele voorbeelden van "best practice" zou moeten standaardiseren (echter zonder deze bindend te maken) ten behoeve van de overheidsinstanties en de particuliere marktdeelnemers; meent dat in deze richtsnoeren bovendien de beginselen moeten worden vastgelegd die van toepassing zijn op het contractuele kader, volgend op de gunning van het contract, waarbij een verbodsaanpak moet worden gevolgd en moet worden aangeduid welke gedragingen of contractuele bepalingen in strijd zijn of dreigen te zijn met de beginselen van het communautaire recht; is voorts van mening dat deze richtsnoeren ertoe zouden moeten bijdragen dat de voordelen en de risico's evenwichtig en eerlijk worden verdeeld tussen de openbare en particuliere partners zodat de burgers geen onaanvaardbaar nadeel ondervinden; is tenslotte van mening dat de Commissie voorbeelden zou moeten geven van "best practice" inzake de verdeling van de risico's tussen de openbare en particuliere partners; 3. estime que dans le cas de PPP "contractuels", une comparaison préalable avec le secteur public et une analyse du rapport coûts-avantages sont nécessaires pour le secteur public lors du lancement d'un projet PPP; considère en outre que, dans cette catégorie de PPP, auxquels il convient de donner l'acception plus large de contrats de concession et au nombre desquels figurent également les contrats ayant pour objet l'attribution de services publics imposant la réalisation de travaux d'infrastructures et pour lesquels la majeure partie des profits du concessionnaire provient de versements directs faits par des administrations publiques, l'instrument juridique qui définit les lignes directrices devrait porter sur la phase du choix du contrac
...[+++]tant privé, en mettant l'accent – sans toutefois les rendre contraignants – sur certains exemples de "meilleures pratiques" pour les autorités publiques et les opérateurs privés; considère que les lignes directrices ainsi décrites devraient également préciser les principes applicables au cadre contractuel en aval de l'adjudication du contrat, en adoptant une approche d'élimination à l'égard des comportements et des dispositions contractuelles qui contreviennent, ou risquent de contrevenir, aux principes du droit communautaire; ces lignes directrices devraient contribuer à un partage équilibré et équitable des profits et des risques entre partenaires publics et privés et à prévenir les préjudices inacceptables pour le secteur public; enfin, il serait opportun que la Commission fournisse des exemples de "bonnes pratiques" en ce qui concerne la répartition des risques entre secteurs public et privé;