2. Schendt artikel 7.5.6, eerste lid, eerste zin, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd bij artikel 57 van het Vlaamse decreet van 16 juli 2010 houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid, de artikelen 10, 11 of 16 van de Grondwet, op zich genomen of samen gelezen met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat het om het verval van de vergunning te vermijden voor houders van verkavelingsvergunninge
n verleend vanaf 22 ...[+++]december 1970 en vóór 1 mei 2000 volstond dat de verkaveling in zijn geheel werd verkocht (naast eventueel andere voorwaarden), terwijl dit niet volstond voor de houders van verkavelingsvergunningen verleend vanaf 22 april 1962 tot 22 december 1970 ?2. L'article 7.5.6, alinéa 1, première phrase, du Code flamand de l'aménagement du territoire, tel qu'il a été modifié par l'article 57 du décret flamand du 16 juillet 2010 portant adaptation du Code flamand de l'aménagement du territoire du 15 mai 2009 et du décret du 10 mars 2006 portant adaptations décrétales en matière d'aménagement du territoire et du patrimoine immobilier suite à la politique administrative, viole-t-il les articles 10, 11 ou 16 de la Constitution, lus isolément ou combinés
avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce que, pou
...[+++]r éviter la caducité du permis, il suffisait, pour les titulaires de permis de lotir délivrés à partir du 22 décembre 1970 et avant le 1 mai 2000, que le lotissement ait été vendu dans son intégralité (outre éventuellement d'autres conditions), alors que cela ne suffisait pas pour les titulaires de permis de lotir délivrés entre le 22 avril 1962 et le 22 décembre 1970 ?