Art. 127. — Op straffe van nietigheid mogen de magistraten die als onderzoeksrechter of openbaar ministerie zijn opgetreden of uitspraak hebben gedaan over de regeling van het onderzoek, niet als voorzitter van het hof van assisen optreden, en de personen die in de zaak opdrachten van gerechtelijke politie hebben vervuld of deel hebben genomen aan een daad van ambtelijk onderzoek of van strafonderzoek, en diegenen die getuige, deskundige, tolk, aangever, klager of betrokken partij zijn geweest, mogen geen gezworene zijn».
Art. 127. — À peine de nullité, les magistrats qui ont rempli dans l'affaire les fonctions de juge d'instruction et de ministère public ou qui ont statué sur le règlement de l'instruction, ne peuvent être président de la cour d'assises et les personnes qui, dans l'affaire ont exercé des fonctions de police judiciaire ou participé à un acte d'enquête ou d'instruction et celles qui ont été témoin, expert, interprète, dénonciateur, plaignant ou partie en cause, ne peuvent être juré».