1. In de territoriale zee van de ontvangende lidstaat of van een naburige deelnemende lidstaat, verleent die staat de deelnemende eenheden toestemming om, wanneer er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat een vaartuig mogelijk personen vervoert die van plan zijn de controle aan de grensdoorlaatposten te omzeilen, of betrokken is bij de smokkel van migranten over zee, een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
1. Dans la mer territoriale de l’État membre d’accueil ou d’un État membre participant voisin, ledit État autorise les unités participantes à prendre une ou plusieurs des mesures suivantes lorsqu’il existe des motifs raisonnables de soupçonner qu’un navire pourrait transporter des personnes ayant l’intention de se soustraire aux vérifications à des points de passage frontaliers ou qu’il se livre à un trafic illicite de migrants par mer: