« 5° van de wedstrijden waarin beroep wordt gedaan op de onderlegdheid en de aanleg van de deelnemer, inzonderheid op taalkundig, geschiedkundig, aardrijkskundig of artistiek gebied, wanneer zij uitsluitend worden ingericht ten behoeve van musea of ten behoeve van instellingen als bedoeld in artikel 104, eerste lid, 3° en 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992».
« 5° des concours qui font appel aux connaissances et aptitudes du participant, notamment en matière linguistique, historique, géographique ou artistique, lorsqu'ils sont organisés exclusivement au profit d'un musée ou d'une des institutions visées à l'article 104, alinéa 1, 3° et 4° du Code des impôts sur les revenus 1992. »